Alfons Mucha en zijn Slavische Epos
Een Chronologie
Het museum biedt de bezoeker een chronologie van de kunstenaar en zijn Slavische Epos:
1860
Alfons Maria Mucha werd op 24 juli in de stad Ivančice in Zuid-Moravië geboren.
1879 - 1881
Mucha werkte in Wenen voor Kautsky- Brioschi- Burghardt, een firma gespecialiseerd in de vormgeving van decorontwerp en theatergordijnen.
1885 - 1887
Mucha woonde in München en studeerde aan de Academie voor Schone Kunsten.
1887 - 1904
Mucha woonde in Parijs. In het najaar van 1894 verwierf hij roem met zijn poster Gismonda, dat hij voor Sarah Bernhardt schiep, met wie hij in de volgende jaren nauw blijft samenwerken. Hij werd een van de meest gezochte kunstenaars in de toegepaste kunst en voor reclameaffiches en illustraties en hij hielp, de stijl van zijn tijd mede te vormen. Hij ontwierp het interieur van het paviljoen van Bosnië en Herzegovina op de Wereldtentoonstelling in 1900 in Parijs.
1904
Van maart tot mei maakte Mucha zijn eerste reis in de Verenigde Staten en ontmoette er voor het eerst de vermogende slavofiele Charles R. Crane, de toekomstige sponsor van de Slavische Epos.
1905 - 1909
Mucha werkte voornamelijk in de Verenigde Staten.
1906
Op 10 juni trouwde Alfons Mucha in Praag met Marie Chytilová. Ze kregen twee kinderen, Jaroslava (geboren 1909) en Jiří (geboren 1915).
1909
Tijdens een vakantie in Bohemen en Moravië schiep Mucha de eerste schetsen voor de Slavische Epos.
Op 6 november bood Mucha in een brief aan de burgemeester van Praag, Karel Groš, de stad aan, een reeks van twintig monumentale schilderijen, te noemen de Slavische Epos, te schilderen en te doneren, een werk dat deels door Charles R. Crane zou worden gesponsord. Een voorwaarde van de donatie was, dat de stad beloofde, de monumentale serie in een speciale tentoonstellingshal op te hangen.
Op 19 november stemde de gemeenteraad van Praag in een vergadering unaniem toe, Mucha’s aanbod te accepteren.
1910
Mucha keerde terug naar Bohemen, om in opdracht aan schilderijen voor de hal van de burgemeester in het stadhuis van Praag te werken.
1911
Na het voltooien van de schilderijen voor het gemeentehuis begon Mucha aan de Slavische Epos te werken. Hij studeerde historische, folkloristische en archeologische literatuur en consulteerde deskundigen om zich voor te bereiden, maar het artistieke aspect kreeg altijd voorrang op de historische werkelijkheid, en waar nodig schroomde hij niet, een bepaald thema aan zijn artistieke doelstellingen aan te passen.
1912
In maart ondernam Mucha in het gezelschap van Joža Uprka een studiereis naar Dalmatië. Hij bracht tijd door op het eiland Lopud bij Dubrovnik, om aan olieschetsen voor de Slavische Epos te werken.
Op 27 november, informeerde hij het gemeenteraad van Praag, dat hij de eerste drie schilderijen voor de Slavische Epos klaar had. Hij werkte aan de schilderijen op Kasteel Zbiroh, die hij van graaf Jeroným Colloredo-Mansfeld huurde. Hij verbouwde een twintig meter lange hal met een glazen dak tot zijn studio, en hij en zijn familie woonden in de oostelijke vleugel van het gebouw.
Op 6 december overhandigde hij op Kasteel Zbiroh de drie schilderijen,
De Slaven in hun oorspronkelijk thuisland,
De viering van Svantovit op Rügen en
De introductie van de Slavische liturgie,
officieel aan vertegenwoordigers van de gemeenteraad van Praag. De schilderijen bleven bij Mucha op Zbiroh, zodat hij ervoor kon zorgen, dat de toon van de toekomstige schilderijen van de cyclus bij de eerste drie zou passen. Hij volgde dezelfde procedure in de daaropvolgende jaren.
1913
In het voorjaar ondernam Mucha studiereizen naar Warschau, Galicië, Moskou en Sint-Petersburg, voor schetsen en foto's voor het schilderij De afschaffing van de lijfeigenschap in Rusland.
1914
Op 30 mei overhandigde Mucha op Kasteel Zbiroh drie schilderijen van de Slavische Epos aan vertegenwoordigers van de gemeenteraad van Praag:
De afschaffing van de lijfeigenschap in Rusland,
De defensie van Szigetvár door Nikola Zrinski, en
De Broederschool in Invančice.
1916
Op 9 oktober stelde Mucha de gemeenteraad van Praag van zijn voltooiing van drie schilderijen van de serie op de hoogte:
Meester Jan Hus predikt in de Bethlehemkapel,
Jan Milíč van Kroměříž en
De ontmoeting bij Křížky.
Samen vormden deze drie de monumentale drieluik De magie van woorden.
1918
Op 19 oktober overhandigde Mucha aan vertegenwoordigers van gemeenteraad van Praag de schilderijen
Petr Chelčický en
Jan Amos Comenius.
1919
Op 27 april opende de eerste tentoonstelling van schilderijen van de Slavische Epos in de zomer refter op het Clementinum in Praag. Vijf van de elf schilderijen die toen voltooid waren werden tentoongesteld: De viering van Svantovit op Rügen, De afschaffing van de lijfeigenschap in Rusland, en het drieluik De magie van woorden.
1920
van 15 juni tot 1 september werd een tentoonstelling van het werk van Mucha gehouden in het Art Institute of Chicago. Zij omvatte vijf schilderijen uit de Slavische Epos (dezelfde die werden getoond op het Clementinum).
1921
Op 18 januari werd een tentoonstelling van Mucha’s werk gehouden in het Brooklyn Museum in New York en bevatte vijf schilderijen uit de Slavische Epos.
1923
Op 27 augustus, overhandigd Mucha op Kasteel Zbiroh vier schilderijen aan vertegenwoordigers van de gemeenteraad van Praag:
Na de Slag op de berg Vítkov,
De Hussietenkoning George van Podiebrad,
Tsaar Simeon I van Bulgarije en
De Kroning van de Servische tsaar Stefan Uroš Dušan als Oost-Romeinse keizer.
1924
In het voorjaar reisde Mucha op de Balkan en in april bezocht hij de berg Athos.
Op 18 oktober ontvingen vertegenwoordigers van de gemeenteraad van Praag op Kasteel Zbiroh het schilderij
Na de Slag van Grunwald.
Op 27 november overhandigde Mucha in zijn studio in het gebouw van de Česká Banak (Tsjechische Bank) in Praag het schilderij
Koning Ottokar II van Bohemen.
1926
Mucha werkte verder aan de Slavische Epos in een ruime studio ingericht in een collegezaal van de school aan de U Studánky straat in de wijk Holešcovice in Praag.
Op 3 juli, tijdens de 8e nationale jamboree van de Sokol - een beweging gewijd aan de lichamelijke conditie -, werd op de rivier de Moldau een feestelijke spel, getiteld Slavische broeders, opgevoerd, waarbij Mucha enkele van de thema's uit de Slavische Epos in de vorm van optochten op boten en vlotten, die door de avond van Praag zweefden, presenteerde.
Op 29 november gaf Mucha in de school aan de U Studánky straat vertegenwoordigers van de gemeenteraad Praag de schilderijen
Berg Athos,
De eed van de jeugd onder de Slavische Linde en
Apotheose ‘Slaven voor de mensheid!'.
1928
Op 21 september overhandigde Mucha officieel de complete Slavische Epos. De burgemeester van Praag, Karel Baxa, aanvaarde bij de lancering van een tentoonstelling met de titel Slavische Epos, die werd gehouden in de Grote Hal van het paleis van de Handelsbeurs in Praag, in opdracht van de stad negentien schilderijen. Naar verluidt werd om een tekort aan ruimte De eed van de jeugd onder de Slavische linde niet tentoongesteld (het werd nooit voltooid). Van 23 september tot en met 31 oktober was de tentoonstelling open voor het publiek.
1930
van 1 juni tot en met 30 september werd een tentoonstelling van de Slavische Epos gehouden in de Grote Zaal van het Exhibitie-Paleis in Brno.
1936
Op 27 mei opende een overzichtstentoonstelling van het werk van Alfons Mucha en František Kupka in de Jeu de Paume in Parijs. Mucha’s verzameling omvatte drie schilderijen uit de Slavische Epos: Tsaar Simeon I van Bulgarije, Na de Slag van Grunwald en Berg Athos. Tegelijkertijd vertoonde Mucha fotografieën van alle twintig schilderijen van de Slavische Epos (volledige beelden en details).
Achtergrondafbeelding: Alfons Mucha 1860 – 1939
Gismonda 1894,
Affiche voor
Victorien Sardou's
Gismonda gespeeld door
Sarah Bernhardt
aan het
Théâtre de la Renaissance in Parijs.
Lithografie 216 x 74,2 cm.
ARC Grendelkhan 2010 commons.wikimedia
- Prehistorie
Het aanwezige verleden - Alfons Mucha Slavisch Epos
- Een Chronologie
- 1 De Slaven in hun oorspronkelijke thuisland
- 2 De viering van Svantovit op Rügen
- 3 De Introductie van de Slavische liturgie
- 4 Tsaar Simeon I van Bulgarije
- 5 Koning Ottokar II van Bohemen
- 6 De kroning van de Servische tsaar Stefan Uroš Dušan tot Oost-Romeinse keizer
- 7 Jan Milíč van Kroměříž
- 8 Jan Hus predikt in de Bethlehemkapel
- 9 De bijeenkomst bij Křížky
- 10 Na de Slag van Grunwald
- 11 Na de Slag op de berg Vítkov
- 12 Petr Chelčický
- 13 De Hussietenkoning George van Podiebrad
- 14 De defensie van Szigetvár door Nikola Zrinski
- 15 De Broederschool in Ivančice
- 16 Jan Amos Comenius
- 17 De afschaffing van de lijfeigenschap in Rusland
- 18 Berg Athos
- 19 De eed van de jeugd onder de Slavische linde
- 20 Apotheose van de Slaven
- Herinneringen van een steeds langer verleden