Orthodoxie en vrijzinnigheid
Orthodoxie
Algemeen taalgebruik noemt de orthodoxe kerken van byzantijnse traditie en oud-oriëntale kerken orthodox. Het begrip Orthodoxie slaat op een interpretatie van een leer die zich sterk houdt aan een ‘oorspronkelijke’ interpretatie. Orthodoxie komt in vrijwel alle religies en wereldbeschouwingen voor.
Het woord gaat terug op Latijns ‘orthodoxus’, wat wederom van het oude Griekse ‘ορθόδοξς’, ‘orthodoxos’, komt, bestaande uit ‘ορθός’, ‘orthos’, ‘juist, recht, rechtlijnig’ en ‘δόξα’, ‘doxa’, ‘mening, geloof’. Orthodoxie bedoelt daarmee ‘het juiste geloof’.
Oorspronkelijk bedoelde christelijke orthodoxie het ‘behoud’ van conciliaire keuzes en dogma's uit de 5e eeuw. Na de reformatie werd orthodoxie vasthouden aan bepaalde traditionele leermeningen, ideologieën en gedragingen, om zich van vernieuwing af te zetten.
Naast katholieke en Lutherse orthodoxie trokken ook strenge calvinisten aandacht. Gezien vrijwel alle christelijke kerken ‘de juiste leer’ claimen valt het tegen etymologisch één als orthodox aanwijzen.
Met het overleiden van de leiders van de reformatie ontstond de noodzaak de ‘juiste leer’ vast te leggen, en daarmee de protestantse orthodoxie. Piëtisten betwijfelden al snel een ‘dode’ orthodoxie en ‘juiste leer’ zonder innerlijke mystieke beleving van het individu. Orthodoxen verdedigen zich tegen een gepercipieerde willekeur van het denken en willen het oorspronkelijke ‘behouden’. Critici vinden dat orthodoxen weigeren zich flexibel voort te ontwikkelen en aan te passen aan veranderde inzichten en omstandigheden.
In de 16e eeuw hadden verschillende groepen Doopsgezinden uiteenlopende ‘orthodoxe’ visies over bijvoorbeeld:
- De Bijbel als enig maatstaf voor geloof en praktijk;
- Afscheiding en onderscheiding van de wereld;
- Vrijheid van geweten en godsdienst;
- De vrije werking van Gods geest;
- Scheiding van kerk en staat;
- Vrijwillig kerklidmaatschap;
- Pacifisme en weerloosheid;
- Algemeen priesterschap;
- Doop van mondingen;
- Kerkelijke tucht;
- Evangelisatie.
Vrijzinnigheid
Sommige ‘vrijzinnige’ ideeën zijn ouder dan Verlichting, humanisme en Renaissance. Vrijzinnigheid tracht naar tolerantie, vrije meningsuiting en vrije zingeving. Vaak bedoelt het woord ‘vrij’ denken tegenover ‘bevangen’ denken van confessionelen. Vrijzinnigen zetten zich af van feodale, hiërarchische en theocratische absolute macht van Europese monarchen.
Er bestaat een heel spectrum van vrijzinnige op-vat-tingen, van neo-orthodoxie tot ‘alle spreken over boven komt van beneden’. Vrijzinnige protestanten laten de actuele cultuur mede hun geloof bepalen en nemen nogal afstand van orthodoxe voorstellingen:
- De Bijbel is heilig noch onaantastbaar;
- Teksten worden pas in de context van hun tijd en omgeving begrijpelijk;
- De Schrift dient het individu en niet andersom;
- Als onpersoonlijke macht is God een onpeilbaar mysterie van het leven;
- Jezus van Nazareth was niet goddelijk;
- Jezus leefde naar Gods gelijkenis als een voorbeeld voor ethisch handelen;
- Christus stierf niet plaatsvervangend: afwijzing van traditionele verzoeningsleer;
- De Heilige Geest symboliseert levensvernieuwing en toont zich als het goddelijke in de mens;
- De lichamelijke opstanding is twijfelachtig.