Ik zocht noch vroeg
Ik zocht noch vroeg naar U.
Midden op de dag zocht Gij me uit.
Ongevraagd toonde Gij mij
Uw schone en tere Maagdelijke Schoot.
Hoe schoon en kwetsbaar zijt Gij!
Ongevraagd toonde Gij mij
Uw schone en volle Moederlijke Borsten.
Tot Uw Middel steeg Uw Rok.
Gij tilde me op en legde mij in Uw Arm,
Gij legde mij aan aan Uw Rijke Bronnen.
Ik dronk en raakte verzadigd door U.
Als bergkristal helder en sterk is Uw Melk.
Gij stelde mij gestild terug op Uw Aarde.
Gij keek neer op mij en rustte Uw Ogen.
Hoe groot en sterk zijt Gij!
Ongevraagd toonde Gij mij
Uw herfstschone Laatste Gestalte.
Als naar een gelijke keek Gij naar mij.
Gehuld in Uw Mantel wachtte Gij mij.
Hoe ondoorgrondelijk zijt Gij!
Gezien zijt Gij, herinnerd en geprezen!