Van zijn godin
Wie van zijn godin houdt
zal blij verrichten al zij vraagt;
hij dient haar van ganser harte
en niet slechts voor het oog.
Zij ziet hem altijd,
kent hem van ver.
Al haar wensen zijn hem lief
en liefst leest hij ze van haar oog.
Al haar opdrachten
maken hem blij
en hij is gelukkigst
als hij haar mag dienen,
hoe dan ook!
Hij aanbidt haar,
met hart, woord en daad.
Hij is trots op haar,
op hoe zij is.
Liefst besteedt hij
al zijn tijd aan haar.
Als hij maar van haar mag zijn
is alles voor hem goed en fijn.
Zij is zijn leven, vrede en geluk.
Zij is zijn heilige bron
en monding van al zijn liefde.