Een kunstwerk is goed als het voortkwam uit noodzaak.
Rainer Maria Rilke, 17 februari 1903
- In de tijdloze sfeer van het heilige is het verleden altijd aanwezig. In wat kan worden opgevat als kunst, als spirituele oefening, begint de kunstenaar met het eenvoudige plezier van aanwezigheid. Waar Franz Kalab op zijn eigen spiegelbeeld reflecteert volgt een reeks sublieme composities en de poëzie van de ervaring, gewijd aan thema's van het heilige en erotische vrouwelijke in het natuurlijke landschap; megalithische formaties, heilige architectuur, en de belichaming van de vrouwelijke vorm. Deze pastel-kronieken reizen door de tijd van een ver verleden naar het tijdloze, van meditatie naar openbaring; afdaling, wederkeer en transcendentie. De delicate poeders van deze gekleurde krijtjes keren onze aandacht van de hegemonie van het moderne wereldse materialisme naar een verkenning van de vaak mysterieuze schoonheid van "de geest van de plaats". Op zulke plaatsen kan de kunstenaar zoeken en ook vinden wat de ziel al weet.
- Anngwyn St. Just, april 2012
Aanbiddelijk landschap
Pastellen, meditaties, gebeden
De schilderijen en teksten van de tentoonstelling ‘Aanbiddelijk landschap’ verwijzen naar de ‘oorsprongsgeschiedenis van het bewustzijn’ (Neumann 2004), door de klemtoon te leggen op de vaak vergeten grote vrouwelijke bijdrage daaraan.
Van grootsteengraf naar kapel
Prehistorische graven zijn zo oud, dat ze bij het landschap horen. Zij wijzen de aarde in, de Grote Moederschoot in, van waaruit al het leven voortkwam. Aanhoudend ervaren tegenspoed liet de ene Grote Moeder uiteenvallen in een Lichte en in een Donkere Godin.
Door maagdelijke geboorte trad een Zoon naast haar en groeide op, eerst tot Zoongemaal, later tot een God naast de Godin. Uiteindelijk nam de God het over en raakte de Grote Moeder bijna in vergetelheid.
Zoals grootsteengraven de aarde in wijzen, wijst een kerktorentje naar de hemel. Kerken en kapellen werden op plekken neergezet en op monumenten opgebouwd waar al eeuwen en millennia lang aanbeden werd.
Landschap en lichaam
Landschappen kunnen vrouwelijk worden opgevat en vrouwelijke lichamen landschappelijk. Oude tradities vatten landschappen op als belichamingen van de Grote Godin. Prehistorische monumenten van grote stenen, megalieten, onderstrepen de moederlijke macht, om leven voort te brengen en om leven weer terug te nemen.
Grotschilderij en pastel
De schildertechniek van het pastel sluit mooi aan bij die van prehistorische grotschilderijen. Bij beide technieken brengt de kunstenaar het pigment direct aan op de beelddrager, rots of papier. Zo drukt hij uit wat op dat moment in hem leeft.
Meditaties en gebeden voor een godin
In onze Europese, patriarchale en postchristelijke cultuur zijn wij er niet meer aan gewend, ons zelf bewust te zien en te beleven vanuit het vrouwelijke, vanuit Maagd, Moeder en Oude Wijze Vrouw; laat staan, een godin aan te spreken en te aanbidden. Toch heeft de mensheid zichzelf langer zo gezien en beleefd, en ook de geslachten van daaruit gedefinieerd.
De Oostenrijkse schrijver Karl Heinrich Waggerl (1897 - 1973) schreef elke dag niet meer dan tien regels op een kaartje. Het huidige ‘schrijven op een mobieltje’ lijkt er veel op. De meditaties en gebeden zijn opgedragen aan een aanbedene, of specifiek ontstaan bij een schilderij.
Herinneren en hopen
De schilderijen en teksten kunnen worden opgevat als een oefening om een ver verleden te herinneren, dat nog altijd voortleeft in ons onbewuste en steeds weer van zich laat horen, in fantasie, droom en visioen. Zo willen de werken de Grote Godin gedenken, en haar en al haar hedendaagse dochters eer betuigen.
De reeks schilderijen en teksten eindigt met een gloeiend uitzicht op een mogelijk bewustzijn en een mogelijke maatschappij die matriarchaat en patriarchaat omvat én overstijgt in de droom van het Goddelijke Kind.
Franz Kalab
November 2010, Amsterdam