Introvert en extravert instellingstype
Jung onderscheidde het introverte van het extraverte instellingstype. Echter definieerde hij deze tegengestelde kwaliteiten anders dan ze in de huidige omgangstaal worden gebruikt.
Vandaag acht men de introverte gesloten en ontoegankelijk en de extravert expressief, uitgaand en gezellig. Jung echter begreep introvert en extravert als objectverhoudingen, als instellingswijzen tegenover de wereld, als gewoontematige reactie op de buiten- en binnenwereld. Zo gezien kan ook de extravert gesloten en ontoegankelijk zijn en de introvert uitgaand, expressief en gezellig.
Jungiaans gezien oriënteert zich de introvert aan zijn innerlijke reactie op objecten. Hij zal geneigd zijn, op een externe indruk, een voorstel of uitnodiging, eerst met een zacht ‘nee’ te reageren. Niet om iets bij voorbaat al af te wijzen, maar om zich even de kans te geven te ontdekken hoe hij zelf van binnen er tegenover staat en daarover voelt, en van daaruit pas reageren.
De extravert zal eerder snel met een ‘ja’ reageren en geneigd zijn, het standpunt van de grote meerderheid in te nemen, omdat hij het externe meer positief tegenover staat. Mogelijk stelt hij pas later vast, dat een impressie, uitnodiging of voorstel wellicht minder goed bij hem aansloot of paste als hij eerst veronderstelde. (Hamaker-Zondag 2006, Jung 2006, GW 6)
Introversie en extraversie
Een essentiële conditie om zijn eigen natuur te kunnen ervaren is wat de dieptepsychologie introversie noemt, de bewustwording niet slechts van de eigen innerlijkheid, maar ook de bewustwording van het eigen innerlijk-zijn. Introversie, van Latijns ‘introversus’, ‘naar binnen gekeerd’, bedoelt de naar binnen gekeerde libido, de psychische energie, het zich verdiepen in zich zelf. De introverte persoonlijkheid heeft vooral belangstelling voor zijn innerlijk. Extraversie bedoelt een sterke betrokkenheid op de buitenwereld, waarbij libido en bewustzijn naar buiten zijn gericht, vooral op de fysieke en sociale omgeving.
Dieren, lijken in ruime zin gekenmerkt door extraversie. Zij reageren vanuit hun innerlijke biopsychische bepaaldheid op hun omgeving, maar hebben geen menselijk ik-bewustzijn dat zij zouden kunnen bespiegelen. Zij reflecteren hun innerlijk niet.
In de extraversie verschijnt wat binnen is buiten, ook voor de moderne mens. Wat de reflecterende dieptepsychologie projectie noemt is een voortzetting van de primaire extraversie van biopsychische levensprocessen. De normaal functionerende mens hanteert beide instellingen, ook als er een van beide instellingen domineert. (Neumann 1992: 23, 117; Timmer 2001: 235 en 366)
- 100 jaar Rijpenhofje
- Het Rijpenhofje
- Schilderijen
- Waardering
- Gerard van de Rijp in zijn tuin
- Het spirituele hof
- Het beminde hof
- Het analytische hof
- Appels en peren vergelijken
- Alchemie, Chassidisme en tuinkunst
- Jungiaanse en symbolische psychologie
- Van de Rijps tuinkunst als onbewuste expressie
- De hogere én de lagere mens
- Een momentopname van innerlijke rijping
- Vier, drie, twee en één in het tuinportret
- Onvermoeide fascinatie
- Een leven lang
- Conclusie en wens
- Gozewijn Centen en zijn gezin
- Schilderijen
- Het Rijpenhofje in 1982
- Reglement voor het Rijpen Hofje 1837
- Vier eeuwen hofjes in Amsterdam
- Dank
- Bronnen