De hoftuinen
De historische architectuur van het Rijpenhofje komt ook in de tuinaanleg terug. In de 18e en 19e eeuw gaf menig hofje een stukje tuin aan bewoners voor groente en bloemen, als appeltje voor de dorst en voor de lust van het oog. Of dit ook in het Rijpenhofje zo was? Men mag aannemen dat de hofbewoners er een rustig zitje hadden om bij te komen van de drukke gracht. In de tuin of binnenplaats konden zij een praatje maken, een pijpje roken en een glaasje drinken.
Foto's en kadastrale kaarten uit de late 20ste eeuw tonen een rustieke tuin met vier langgerekte perken langs een tegelpad waarin lage heesters en rozen groeiden. In 1913 werd ook de fontein in Art Deco stijl aangelegd. Nog steeds ontmoeten bewoners er elkaar en vertoeven genoeglijk op de banken onder de pergola tegen de oost-muur. Vandaag overwoekert een wilde wingerd de pergola. Hovenier F. H. Hoogkamp legde bij de renovatie van 1989 de tuin opnieuw aan.
In 2002 werd de tuin grondig herzien. Het bestuur van de Commissie Rijpenhof vroeg mevrouw M. G. Davis een nieuw tuinplan te ontwerpen. Al architect Salm gebruikte in 1913 architectonische elementen uit het oude Rijpenhofje. Ook het nieuwe tuinontwerp combineerde oude en nieuwe stijlen, mede geïnspireerd op het schilderij Gerard van de Rijp in zijn tuin. De vakverdeling van zijn tuin keert terug in de klassieke buxusperken. Een tuincommissie zorgt voor het onderhoud en bewaakt blauwdruk en lijnenspel.
Bij het graafwerk voor de herbeplanting ging de binnentuin geheel op de schop. Daarbij vond men kleine archeologische voorwerpen, zoals stukjes van stenen pijpen, een half borrelglaasje, potscherven en ander aardewerk. Deze vondsten lieten het beeld van een woongemeenschap uit vroeger tijd herleven.
Al Gauw wilden bewoners ook het straatje achter Huizen de Lely in de stijl van de hoftuin brengen en voorzien van groenstroken, muurbeplanting en buxusheggetjes. Het nuanceverschil tussen hoftuin en lelytuin ligt in de kleuren. In de hoftuin lopen zij van wit naar roze, blauw en paars. De lelytuin toont zich uitbundig geel, oranje en rood. Het dakterras groeide uit tot een kleurrijke oase van bloeiende planten met diverse zitjes voor de bewoners. De gevel van de Rozengracht siert een groene wand van ‘Blauwe regen’, in het voorjaar een ge-liefd foto-ob-ject voor passanten.
Sommige bewoners vonden in de tuin een vast plekje. Als het weer het toelaat houdt men er graag de gezellige gezamenlijkheden, de koffieochtend, de borrel, zomeretentjes en bijzondere gelegenheden. Natuurlijk tuiniert men samen. In het voorjaar wordt de bloei van de Japanse sierkers dichterlijk gevierd.
Tijdens de jaarlijkse Open Tuinendag, de monumentendag en de hofjesconcerten staat de tuin open voor het brede publiek. Bewoners en beheerders leiden bezoekers rond en leggen het een en ander uit. Dat vraagt veel inzet. Maar wat is een mooiere beloning dan om 's avonds met elkaar bij kaarslicht rond de fontein te zitten en de laatste tram over de Rozengracht voorbij te horen rinkelen.