De tuin als archetype
‘Het zou echt een temenos (een heilige plaats) kunnen zijn. Dat kan een symbool van he zelf zijn, die omheinde ruimte waarin je je eigenlijk geborgen zou moeten voelen. Natuurlijk is dat onbewust en wordt op dat tuintje geprojecteerd...’
(C. G. Jung Werkcolleges voor kinderdromen 2,
Leminscaat Rotterdam 1991, pagina 230)
De antieke ‘temenos’ was een tempeltuin, een afgezonderd, besloten en heilige plek. Zijn omheining of muur beschermde het heilige gebeuren binnen tegen een bedreiging en vermenging met het profane, gewone gebeuren buiten.
In de middeleeuwen werd de temenos de ‘hortus conclusus’, de ‘besloten tuin’, een symbool voor de Maagd. De omsloten hoftuin van Van de Rijp lijkt op de beschermde en afgezonderde temenos en op de hortus conclusus. De symmetrische perkenmandala's verwijzen naar en herhalen het motief van temenos en hortus conclusus, waarin zich een geheim, heilig, mysterieus en beslissend gebeuren voltrekt.
In de temenos woonde of verscheen een godin of god, zoals ook de eerste hoofdstukken van Genesis nog herinneren. De tuinkunstenaar in zijn tuin is echter géén god. De stookroos representeert nog het meest een personificatie van het vegetabiele, plantaardig vrouwelijke of goddinnelijke. De piëdestallen lijken hieraan parallel. Ook zij zijn ‘manshoog’ en hun ‘hoofden’, de vazen, bevatten geen ‘mannelijke hersenen’, maar aarde en planten.
Zoals de ‘temenos’, de ‘hortus conclusus’ en de besloten hoftuin is ook de mandala een uitbannende, magische cirkel. De magische cirkel is een oeroud middel om zich te beschermen tegen de ‘gevaren van de ziel’, die een ieder bedreigen die de diepte van de ziel ingaat en door een geheim van anderen geïsoleerd is.
Oosterse mandala's hebben in hun centrum een Boeddha, godheid of ander religieus symbool. Overeenkomend omgeven mandorla's Christus of de Maagd. De perkenmandala's van de vrijzinnig doopsgezinde Van de Rijp tonen in hun centrum echter geen herkenbaar religieus symbool. In hun centrum liggen een cirkel of een vierkant. Moderne, of beter, post-religieuze mandala's symboliseren de diepe grond van het menselijke zelf met abstracte vormen (Jung GW 12: 72, GW 11: 113-114). Zoals bij Van de Rijp een geometrisch figuur, bestaande uit cirkel of vierkant of uit een combinatie van hun delen. De centra van mandala's van mensen die niet meer in conventionele zin religieus geloven blijken leeg of bevatten een onpersoonlijk abstract symbool van de totaliteit van de mens.
Mensen die mandala's dromen en spontaan creëren, zonder daarbij om hun therapeutische werking te weten, vertellen, dat ze in hun mandala tot zich zelf komen, zich zelf kunnen aannemen en aanvaarden. Zij kunnen zich daarin met zich zelf verzoenen en daardoor met hun omgeving, met moeilijke omstandigheden, gebeurtenissen, tegenvallers en innerlijke en uiterlijke onverzoenbare tegenstellingen.
Dit soort ervaringen is rationeel moeilijk tot helemaal niet toegankelijk. Als men mandala's en hun werking niet zelf heeft ervaren en toch wil begrijpen, kan men zich om een menselijk meer omvattende benadering moeien, dan ‘alleen maar’ erover te lezen en erover na te denken. Jung drukte dit mooi uit in zijn ‘Parabel van de mandala’ (Jung 2000: 9 - 10), die ik later in zal brengen. De mandala heeft analytisch psychologisch gesproken een ‘transcenderende’, overbruggende en verenigende functie en duidt, waar het spontaan wordt gedroomd of gezien, erop dat het onbewuste onverenigbare tegenstellingen op een dieper, of hoger, niveau verenigt.
De religieuze mens in Van de Rijps tijd en nu nog kan zeggen: ik heb vrede met God gemaakt door mijn eigen wil op te offeren en mij in Gods wil te voegen. De moderne mens die niet meer zo kan geloven en zich daarom ook niet meer zo kan uiten, zal dit anders formuleren, omdat de heelheid van de mens de centrale plaats van een godheid heeft ingenomen (Jung GW 11: 99). ‘Ik kon het een plek gegeven’ en ‘ik heb het losgelaten’ zijn typerende uitspraken voor deze houding.
- 100 jaar Rijpenhofje
- Het Rijpenhofje
- Schilderijen
- Waardering
- Gerard van de Rijp in zijn tuin
- Het spirituele hof
- Het beminde hof
- Het analytische hof
- Conclusie en wens
- Gozewijn Centen en zijn gezin
- Schilderijen
- Het Rijpenhofje in 1982
- Reglement voor het Rijpen Hofje 1837
- Vier eeuwen hofjes in Amsterdam
- Dank
- Bronnen