Bloemlezing uit Hooglied
Jacob Carl Stauder schilderde een 18e-eeuwse katholieke allegorie van de ‘Hortus conclusus’ op de muur van de kloosterkerk te Ravensburg. Kerken zetten zo de oeroude synagogale discussie over het Hooglied voort.
De engel met zijn vurig zwaard bewaakt het ‘paradijs hof’. Niemand mag erin. De ‘bron der genade’ blijkt verzegeld. Niemand kan erbij. Allen zijn kansloos uitgesloten van hemelse geneugten. Maria echter is de ‘levensboom’, links maagdelijk bloeiend, rechts moederlijk vruchten dragend. De nederige Maagd en machtige Hemelkoningin biedt allen haar oplossing aan, haar ‘vrucht’, Jezus.
Geliefden kunnen echter ook zonder zo’n allegorie. Zij wil dat hij in zijn hof oogst wat haar tuin biedt. Hij geniet overtuigd met volle tuigen. Liefdesdronken als de legendarische eenhoorn nodigt hij uit, zijn voorbeeld te volgen. Zo mooi als de liefde is, zij is echter niet zonder gevaar, waarschuwt Hooglied.
De bloemlezing uit de Statenvertaling van 1637 op de volgende pagina's wordt begrijpelijker met de Willibrordvertaling van 1995 ernaast, als één van vele eigentijdse vertalingen.
- 100 jaar Rijpenhofje 2013
- Het Rijpenhofje
- Het Rijpenhofje 1982
- Vier eeuwen hofjes in Amsterdam
- ‘Reglement voor het Rijpen Hofje’ 1837
- Dank
- Bronnen